Kroniek van een executeur

1. De onverwachte oproep

Op een druilerige ochtend in oktober controleerde notaris Eva van Wees de agenda. Tussen de gebruikelijke passeringen en verklaringen stond een afspraak die haar pols ongewoon liet versnellen: familie De Groot, onverwacht overlijdensgeval, executeursbenoeming. Slechts een uur later stapten drie broers in identiek grijze regenjassen haar kamer binnen. De oudste, Jan, schoof ongemakkelijk heen en weer op zijn stoel.

“Het huis van vader – en alles eromheen – dát moet geregeld,” begon hij, terwijl de anderen zwijgend knikten. Eva voelde de schijnbare harmonie als een overtrekkende schaduw; onbesproken conflicten suizelden als tochtgaten door de ruimte.

2. Het testament en het geheim

Onder het grijze molton van haar bureau vond Eva het testament van De Groot, al twintig jaar oud maar rechtsgeldig. Vader had zich toen verzekerd van een stipte afwikkeling: 'Mijn zoon Jan is tot enige executeur benoemd; geen loon is aan hem verschuldigd.' Eva glimlachte flauwtjes. ‘Geen loon’: men dacht dat dit zuiver altruïsme garandeerde, maar wist men hoe grillig de erven kunnen zijn wanneer de kas en kast worden nageteld?

Tijdens voorlezing van het testament trok Jan wit weg. “Zoveel mag ik dus doen – en dan niets ontvangen?” Achter hem kneep zijn broer Frans de handen samen. “Dat stond er al die jaren zo, jij hebt je destijds niet verzet.”

Eva, plichtsgetrouw en doortastend, legde uit wat de executeur wettelijk moet: boedelbeschrijving, schulden betalen, legaten uitkeren, successieaangifte doen, alles keurig verantwoord, zoals de wet—en Eva’s professionele erecode—gebiedt. De familie knikte, maar Eva registreerde de eerste haarscheurtjes.

3. De bezwete inventarisatie

Jan begon voortvarend aan de taken. Samen met Eva maakte hij de boedelbeschrijving: het monumentale huis, versleten Volvo’s, herinneringen in vergeelde albums. De klus bleek een hels karwei. Verborgen schulden doken op, oude vrienden van vader dienden vorderingen in, en er bleek een verzekeringspolis in België te zijn – met onbekende begunstigde.

De spanning in de familie steeg; waar eerst beleefde medewerking was, kwamen sneue mails en beschuldigingen. Eva fungeerde als diplomaat en waakhond tegelijk. Belde met schuldeisers, onderhandelde met boze legatarissen, en hield Jan overeind wanneer diens broers geïrriteerd om inzage verzochten.

Op een namiddag zei Jan: “Voor dit werk… een vrijwilliger brandt op. Je moet notaris zijn, of gek.” Eva keek hem aan, haar blik een mengsel van empathie en zakelijkheid – want zelf kende ze de verhalen, waarin executeurs halverwege opgebrand raakten en families in een moeras van verwijten en procedures verdwenen.

4. De dreiging van conflict

Toen de verdeling naderde, barstte de storm pas echt los. De jongste broer, Kees, claimde dat Jan zich had bevoordeeld: “Hij woont hier, kan alles onderhands regelen!” Eva werd geconfronteerd met wat men in de opleiding droogweg ‘verstoorde boedel’ noemt: erfgenamen die elkaar niet meer vertrouwen.

Een besloten avondberaad, met Eva als ‘onpartijdige derde’, draaide uit op een woordenoorlog over een antieke klok, een schilderij en vermeende leningen. Frans gooide zijn servet op tafel: “Je had die polis nooit mogen innen zonder overleg!” Kees brulde: “Weg met die executeur, rechter erbij!” Eva wendde het ergste af door de oproep tot transparantie: heldere verslagen, overzicht van debet/credit—alles op schriftelijke uitnodiging.

Ze wist, uit ervaring en jurisprudentie[3][6], dat een executeur zich moet vasthouden aan de letter en de geest van zijn opdracht. Maar wat als die twee in strijd zijn?

5. Het oordeel van de rechter

De broers besloten toch het geschil voor te leggen aan de kantonrechter. Jan eiste, ondanks het testament, een beperkt loon voor zijn werk. Eva stelde een kort, maar juridisch onderbouwd rapport op. Voor de rechter schetste ze de extra inspanningen, het grensoverschrijdende werk en de familiaire animositeit.

De rechter was helder: “De tekst is duidelijk, maar de omstandigheden maken strikt volgen hiervan kennelijk onredelijk. Uit loyaliteit aan de overledene en de redelijkheid tegenover een overbelaste executeur wordt een gematigd loon vastgesteld.”

Jan knikte, zichtbaar opgelucht. In de rechtszaal hing een sfeer van moeizaam herstel; geschonden vertrouwen kon niet worden geheeld door juridische kunstgrepen, maar met deze uitspraak kon men tenminste verder.

6. Terugkeer in het echohuis

Maanden later stonden de broers – elk wat stiller dan aan het begin – opnieuw in het ouderlijk huis. De spullen waren verdeeld, de rekeningen gesloten. Eva leverde de eindverantwoording in en sprak met Jan bij de voordeur.

“Erfenissen zijn als echo’s,” zei ze zachtjes, “ze galmen na in iedere beslissing die wij nu nemen, niet alleen financieel, maar in de herinnering van iedereen die om vader gaf.” Jan knikte. “Het is nu afgerond. Maar het huis klinkt soms nog voller dan ooit.”

In de herfstregen liep Eva terug naar haar kantoor. Ze dacht aan komende dossiers, onzichtbare spanningen onder ogenschijnlijk sluitende testamenten. Het notariaat is geen archief, wist ze, maar een plaats waar verhalen—droevig of hoopvol—altijd opnieuw worden geschreven.

Gebaseerd op rechtspraak:
Dit verhaal is geïnspireerd door de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, ECLI:NL:RBZWB:2024:5989, gewezen op 17 april 2024. In deze zaak kende de rechtbank aan een executeur een vergoeding toe ondanks een duidelijke uitsluiting in het testament, wegens uitzonderlijke omstandigheden en redelijkheid.