Wat aan de uitspraak vooraf ging

Hoe het vooraf ging

De avond van de overeenkomst

De man en de vrouw zaten ooit samen aan de keukentafel met hun advocaten en een notaris. Wat begon als een poging tot rust en zekerheid, mondde uit in een lange avond van onderhandelen over cijfertjes, data en afspraken. De emoties waren nog rauw: de man wilde duidelijkheid, de vrouw verlangde vooral naar rust.

Op voorstel van de advocaten werd besloten om een vaststellingsovereenkomst op te stellen. Daarin zou alles netjes staan: partneralimentatie, de duur ervan, en vooral de einddatum. “Laten we geen ruimte voor misverstanden laten,” zei de notaris, terwijl hij plechtig de pen neerzette. Iedereen knikte, opgelucht dat er tenminste een stuk papier was dat orde bracht in de chaos.

Maar toen kwam die ene zin. Om helemaal duidelijk te zijn, werd opgeschreven dat de alimentatie zou eindigen “op de dag dat de vrouw de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, te weten 24 mei 2021.” Het leek waterdicht, want er stond immers een exacte datum. Niemand controleerde nog of de rekensom wel klopte. Men was moe, wilde naar huis, en dacht: beter een verkeerde datum dan nóg langer gesteggel.

Zo werd een contract getekend dat de kiem in zich droeg voor nieuwe strijd — een strijd die pas veel later in de rechtszaal zou ontploffen.

DE PENSIOENDATUM-PARADOX

Het was een woensdag waarop de lucht als een zwaar dekbed op Den Haag drukte, wanneer bij de rechtbank de confetti van ellende uit elkaar spatte — dit keer in de vorm van een echtscheiding met een juridische bijsmaak die nog lang na zou sudderen. Terwijl in de gangen muffe koffie droop, legde de rechter de hand op een zaak die al klonk als een tijdbom: partneralimentatie, kinderalimentatie, én de verdeling van de overgebleven huwelijksboedel.

Hoofdrolspelers: de stugge man en de geplaagde vrouw — overlevers in het emotionele slagveld van het familierecht. Hun namen zijn voor de buitenwereld verzonnen, maar hun leed is tastbaar en realistisch. De advocaten, koud als ijsmachines, sneden door emoties en feiten als door een oude appeltaart: scherp, maar nooit echt lekker. Slecht nieuws, zo zei de vrouw, komt altijd op dinsdag — maar vandaag bleek woensdag nog beroerder.

De twist lag in de vaststellingsovereenkomst. Hierin stond: “De partneralimentatie zal eindigen op de dag dat de vrouw de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, te weten op 24 mei 2021.” Alleen: de vrouw bereikte de pensioengerechtigde leeftijd pas op 24 mei 2022. Was het de uitgekauwde bureaucratie, een rekenfout, of gewoon de wil van de goden van de alimentatie? Discussies vlogen als gierzwaluwen door de zittingsruimte. Letterlijke tekst versus de werkelijkheid — de beruchte Haviltex-regel werd door partijen zélf buitenspel gezet. De rechter moest de grammaticale horde nemen en het dossier volgde het spoor van juridische logica, niet van menselijke compassie.

De hamvraag: gold de letterlijke pensioendatum of de feitelijke — en wie betaalt de rekening als het recht fictie wordt? De spanning explodeerde, terwijl de notaris in het voorbijgaan mompelde dat er zestien wetten en drie Europese verdragen werden aangehaald, maar uiteindelijk slechts één datum leidend mocht zijn. De rechtbank hield zich aan de tekst: een contract is een contract, zelfs als de werkelijkheid een dagje later haar gezicht laat zien.

In het recht geldt: wie zijn tekst kiest, kiest zijn lot.


Toelichting van de notaris:
In deze uitspraak koos de rechter voor een strikt grammaticale uitleg van de partneralimentatie-afspraak. Op verzoek van beide partijen werd het veelgebruikte Haviltex-criterium bewust uitgesloten, zodat alleen de letterlijke tekst beslissend was. De partneralimentatie eindigde dus formeel op de in het contract genoemde datum, ongeacht de feitelijk bereikte pensioendatum. Dit onderstreept het belang van heldere formuleringen in overeenkomsten — en dat partijen hieraan gebonden zijn, zelfs als de uitkomst onlogisch voelt.

Procedure:
Het betrof een echtscheiding met nevenvoorzieningen bij de Rechtbank Den Haag. Beide partijen hadden een vaststellingsovereenkomst gesloten over de duur van alimentatie. In het contract werd gekozen voor uitsluiting van het Haviltex-arrest: de rechter moest puur op tekst beslissen. De procedure draaide om het verschil tussen de overeengekomen datum en de feitelijke pensioengerechtigde leeftijd, waarbij de rechtbank uiteindelijk de overeengekomen datum hanteerde.

Haviltex in eenvoudige taal

De Haviltex-regel in eenvoudige taal

De Haviltex-regel betekent dat je bij een contract niet alleen kijkt naar de letterlijke woorden, maar ook naar wat de partijen ermee hebben bedoeld. Het gaat dus om de bedoeling én wat je redelijkerwijs van elkaar mocht verwachten.

Stel: jij en een vriend spreken af om samen “de kosten te delen” voor een avondje uit. Je bedoelt waarschijnlijk niet alleen de kaartjes voor de film, maar ook de parkeerkosten en misschien een drankje achteraf. Dat is precies hoe de rechter ook moet kijken naar afspraken: niet alleen naar de tekst, maar ook naar de context en de bedoeling.