Vriendschap met hypotheek
Het was een donderdag in juli toen Hendrik bij de bakker hoorde dat zijn ex-vrouw Marieke een huis had laten bouwen. Niet zomaar een huis - een huis met haar "beste vriendin" Anouk. De croissant viel hem bijna uit handen. Vier jaar betaalde hij nu al alimentatie, elke maand keurig € 266 bruto, terwijl Marieke volgens hem allang een nieuw leven had opgebouwd.
De buren hadden het al jaren gefluisterd bij de supermarkt: "Zie je ze nog weleens apart?" "Gaan ze niet altijd samen op vakantie?" "Die kinderen noemen Anouk toch eigenlijk mama?" Hendrik had het allemaal weggewuifd als dorpsgeruchten, tot die foto's van hun gemeenschappelijke huis boven water kwamen.
Marieke hield vol dat het puur praktisch was. Huizenmarkt, weet je wel. Vriendschap, meer niet. Ze sliepen in aparte kamers, hadden elk hun eigen leven. "We sturen zelfs tikkies naar elkaar als ik een etentje voorschiet!" riep ze verontwaardigd tegen haar advocaat.
Maar Hendrik had zijn huiswerk gedaan. WhatsApp-berichten waarin de kinderen Anouk om hulp vroegen bij wiskunde. Foto's van diploma-uitreikingen waar Anouk naast Marieke stond als een trotse ouder. En dan die gezamenlijke bankrekening voor hypotheek en boodschappen die Marieke pas op de zitting toegaf.
De rechter schoof haar bril omhoog en keek streng over de rand. "Mevrouw, u erkent pas tijdens deze zitting dat u samen een huis hebt gebouwd. Dat is toch een feit van enig belang?" Marieke's wangen kleurden rood. Haar advocaat schoof onrustig met zijn papieren.
Want dat is het venijnige aan artikel 1:160 BW - het gaat niet alleen om seks en romantiek. Het gaat om lotsverbondenheid, om een leven dat zo verweven is dat je niet meer los van elkaar kunt denken. En Marieke en Anouk? Die hadden jarenlang elkaars was gedaan, elkaars kinderen opgevangen, samen plannen gesmeed voor de toekomst.
Soms is de waarheid niet wat je wilt dat het is, maar wat het daadwerkelijk is. En vriendschap die zo diep gaat dat je samen een toekomst bouwt, is misschien wel de mooiste vorm van liefde - maar ook de duurste voor wie alimentatie betaalt.
Toelichting van de notaris:
Deze uitspraak toont de complexiteit van artikel 1:160 BW, dat bepaalt wanneer alimentatieverplichtingen eindigen wegens samenwonen "als waren zij gehuwd". De rechtbank moet vier criteria beoordelen: een affectieve relatie van duurzame aard, samenwonen, gemeenschappelijke huishouding en wederzijdse verzorging.
Cruciaal is dat fysieke intimiteit geen vereiste is - ook platonische relaties kunnen kwalificeren. De rechter beoordeelt of sprake is van "lotsverbondenheid" vergelijkbaar met een huwelijk. Elementen zoals jarenlang samenwonen, gezamenlijk eigendom, gedeelde financiën, en betrokkenheid bij elkaars kinderen kunnen gezamenlijk tot kwalificatie leiden.
De alimentatieplichtige draagt een zware bewijslast, maar de alimentatiegerechtigde heeft een tegenplicht om stellingen adequaat te betwisten en openheid te geven over relevante feiten. Het achterhouden van belangrijke informatie (zoals de gezamenlijke woningbouw) kan de bewijspositie verzwakken.
De rechtbank laat de vrouw toe tot tegenbewijs - zij krijgt de kans te bewijzen dat geen sprake is van de vereiste affectieve relatie en wederzijdse verzorging. Dit benadrukt dat artikel 1:160 BW restrictief wordt uitgelegd vanwege de definitieve beëindiging van alimentatie.
Procedure: Rechtbank Rotterdam, 21 juli 2025. De namen in dit verhaal zijn gefingeerd ter bescherming van de privacy van betrokkenen.
Relevante wetsartikelen:
Artikel 1:160 BW (Einde verplichting tot levensonderhoud)
"De verplichting van een gewezen echtgenoot om uit hoofde van de echtscheiding aan de wederpartij levensonderhoud te verschaffen, eindigt wanneer deze opnieuw in het huwelijk treedt, een geregistreerd partnerschap aangaat, dan wel is gaan samenwonen met een ander als waren zij gehuwd of als hadden zij hun partnerschap laten registreren."
Artikel 21 Rv (Waarheidsplicht)
"Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren."